Bibliografische Gegevens
Titel: Een Goede Dag voor de Ezel
Schrijver: Tim Krabbé
Uitgever: Prometheus
Pagina's: 119
Druk jaar: 2005
Plaats van Uitgave: Amsterdam
Site en niveau: Lezenvoordelijst niveau 2
Samenvatting
Hoofdstuk I
Mischa Koreman komt nat geregend uit een bos gerend, koopt nieuwe sportschoenen, een gele ijsmuts en neemt plaats in een bus van Zuiderloon naar IJperloo. Hij moet zijn auto ophalen die daar geparkeerd staat. In het Doemsterveen heeft hij zojuist geoefend om te leren schieten met een pistool( Een kleine flashback vertelt hoe hij aan het pistool komt). Het uitgekozen doelwit was een boom. Toch wil hij daarna eigenlijk zijn uiteindelijke doel niet meer uitoefenen. Hij is van plan zijn ex-geliefde Lydie te vermoorden. Ze was hem waarschijnlijk ontrouw geweest. In de bus naar IJperloo zit echter een vervelende passagier. Deze scholier noemt ten overstaan van de andere buspassagiers een schoolmeisje "Viskutje" Hij heeft ook een hakenkruis op zijn tas afgebeeld en Mischa krijgt een enorme hekel aan de jongen, maar hij durft niets te zeggen. Hij is te laf om op te staan. Als de jongen de bus verlaat, achtervolgt hij hem naar zijn afgelegen boerderij. Vlak daarvoor houdt hij de jongen staande en vraagt hem hoe het meisje heet (Ze heet Esther Fechter). Daarna schiet hij hem zonder pardon dood en sleept zijn lichaam in een sloot. In Amsterdam ontdoet hij zich van het moordwapen en de spullen (schoenen en gele ijsmuts) die hij had aangeschaft. Daarna gaat hij naar bed.
Hoofdstuk 2
De verteller in dit hoofdstuk is advocaat en heet Wybren Fechter: hij heeft een briefje in de brievenbus gekregen waarop: "Iedereen neukt Viskutje". Hij voelt meteen aan dat het op zijn 15-jarige dochter Esther slaat. Blijkbaar heeft die al seks met jongens. Hij is na de dood van zijn vrouw het echte contact met zijn dochter kwijtgeraakt. Ze zijn vanuit Amsterdam verhuisd naar Zuiderloon in het oosten van het land. Hij voelt zich niet lekker bij die gedachte aan wat op het briefje staat. Hij verdenkt de puber Bart Meeuwse ervan: een scholier die met een hakenkruis op zijn tas rondloopt en een relatie met zijn dochter onderhoudt. Na het tweede briefje dat hij krijgt waarop staat: "Viskutje vindt het lekker”", besluit hij het aan zijn dochter te vragen. Maar ze weet volgens zeggen niet waar de naam "Viskutje" op slaat.
Dan komt ze op een dag heel vernederd thuis. Bart heeft haar in de bus "Viskutje" genoemd. Dit is de dag die in hoofdstuk 1 wordt beschreven. Daarna vertelt ze dat ze het laatste jaar met Bart heeft geneukt, omdat ze verliefd op hem was. Hij had zoveel status op school, maar ze hoorde van een vriendin dat hij andere jongens liet toekijken als ze vrijden. Ze wil het uitmaken, maar wordt dan enkele malen het slachtoffer van groepsverkrachting. Wybren is woedend en besluit dat Bart moet worden gedood: hij wil hem echter eerst martelen. Ook begrijpt hij dat het over is met hun verblijf in Zuiderloon: in het dorp zijn ze onmogelijk geworden. Hij wil een sabbatical year nemen en met Esther de wereld rondreizen. Ze is niet meer leerplichtig (foutje van de schrijver: een 15-jarige is wel degelijk leerplichtig en mag dus nooit een jaar lang mee reizen met haar vader). Aan het eind van dit hoofdstuk beseft hij dat hij de jongen niet zelf kan vermoorden, want dan zou Esther na haar moeder ook haar vader kwijt zijn. Maar hij balt de wil in een gedachte samen: de jongen moet gedood worden.
Hoofdstuk 3
Mischa is naar Sydney gevlucht. Hij is niet opgepakt na de moord: er was in de media sprake van een man "met een gele ijsmuts", maar ze hebben de dader op de moord van Bart Meeuwse niet kunnen achterhalen. Het blijkt dat hij wel een goede daad heeft verricht, want van Bart deugde niet veel. Toch kan hij niet met de gedachte leven dat zijn nieuwe, lieve vriendin Lynda met een moordenaar getrouwd is. Hij wil het haar die dag opbiechten en verwacht dan dat er aan hun relatie een einde zal komen. Om die gedachte af te zweren loopt hij over de boulevard Circular Quaiy en geeft het menselijke standbeeld dat een ezel voorstelt, een briefje van 100 dollar. Hij hoopt dat dit gebaar een positieve uitwerking zal hebben. Daarna neemt hij plaats op en terras en heel toevallig gaat daar ook een andere Nederlander zitten. Ze raken in gesprek, al is Mischa niet erg spraakzaam. Op een bepaald moment komt de dochter van de man ook naar het terras. Mischa herkent haar en zij herkent hem.
Hoofdstuk 4
Wybren is met Esther in Sydney: ze hebben nog één middag voordat ze naar Nieuw Zeeland vertrekken. Na de moord op Bart heeft hij nog even getwijfeld of hij de jongen soms in een vlaag van verstandsverbijstering heeft vermoord (de samengebalde wil), maar zijn alibi had geklopt. De dader was niet gevonden, maar in zijn hart was hij hem heel dankbaar geweest. Zijn dochter Esther lijkt weer op te bloeien tijdens de reis. Ze wil graag de ezel (het menselijke standbeeld) een bedrag van 10 dollar schenken. Als ze het biljet in diens doos doet, ziet ze een biljet van 100 dollar. "De ezel heeft een goede dag", vindt Wybren. Daarna gaat Esther in haar eentje de stad in. Dat kan daar, het is er veiliger dan in Zuiderloon. Wybren bezoekt wat toeristische attracties en neemt daarna plaats aan een tafeltje op een terras. Daar zit toevallig een andere Nederlander. Hij biedt de man een kopje koffie aan, maar verder is die niet erg toeschietelijk. Esther komt iets te laat op de afgesproken plaats: Wybren maakt zich wel even zorgen, maar uiteindelijk komt ze toch. Er straalt een glimlach van geluk om zijn mond. Ze blijkt een cadeautje voor hem gekocht te hebben. Als hij gaat afrekenen, ziet hij dat Esther nog even praat met de Nederlander. Als ze weglopen, ziet hij een gelukkige glimlach om haar mond. Ze belooft dat ze hem iets in het vliegtuig naar Nieuw Zeeland zal vertellen, als Wybren zal beloven dat hij haar zal geloven. Dat doet hij.
Hoofdstuk 5
De verteller in het laatste, (heel korte) hoofdstuk is weer Mischa. Hij vertelt iets over de korte dialoog die hij heeft gevoerd met Esther. Ze herkenden elkaar vanuit de bus. Ze heeft hem gevraagd waarom hij Bart had vermoord en daarop kreeg ze het antwoord dat hij vond dat Bart zich had misdragen tegenover haar. Op de vraag of hij nog iets gezegd had, had hij "nee" gezegd. Daarna had Esther hem bedankt voor de moord. Voor Mischa is dit het antwoord op de vraag of hij alles aan Lynda moet opbiechten. Hij heeft nu immers een goede daad verricht. Hij zal de moord niet aan Lynda Witthock vertellen. Als ze aan komt lopen, hoopt hij dat er net zo’n glimlach van geluk op zijn gezicht te lezen valt, als Wybren vertoonde toen Esther kwam aanlopen.
Opbouw
Ieder hoofdstuk wordt er gewisseld van hoofdpersoon. In het ene hoofdstuk vertelt de schrijver vanuit Mischa’s positie, en dan weer vanuit Wybrens positie. Dat is leuk, je hoort het verhaal van verschillende kanten en je snapt het probleem beter zo.
Het verhaal werd chronologisch verteld. Ik vind dat wel prettig, aangezien je dan minder op hoeft te letten en je je beter op het verhaal kan concentreren.
Titelverklaring
De voor een roman vreemde titel is terug te vinden in hoofdstuk 3 en 4 van de roman. In Sydney staan op de boulevard enkele menselijke standbeelden. Een daarvan verbeeldt een ezel. Voorbijgangers gooien muntjes in een doos voor de artiesten. Op de bewuste dag gooit Mischa 100 dollar in de doos van de ezel: hij wil daarmee als het ware een soort noodlot afkopen. Hij wil namelijk aan zijn vriendin Lynda opbiechten dat hij een moordenaar is.
Het menselijke standbeeld profiteert dus van zijn houding.
Op dezelfde dag is Esther Fechter in Sydney: zij heeft ook sympathie voor het menselijke standbeeld. Zij geeft 10 dollar en ze ziet op dat moment dat er ook een briefje van 100 dollar in de doos zit. Wybren Fechter zegt daarop op bladzijde 97, dat de ezel een goede dag heeft.
De ezel brengt de twee personages Mischa en Esther weer samen en zij kan Mischa dan bedanken voor de moord. Zo komt alles weer goed. In feite is het dan ook een goede dag voor Mischa (die toch eigenlijk een onverklaarbare moord heeft gepleegd) en voor Wybren (die constateert dat zijn dochter Esther er weer gelukkig uit ziet na de verschrikkingen die ze heeft moeten ondergaan.) De band met haar is weer verstevigd, want hij had haar als pubermeisje toch een beetje uit het oog verloren, omdat hij teveel bezig was met zichzelf en het verwerken van het verdriet om zijn overleden vrouw. Het is derhalve "Een goede dag" voor drie "ezels".
Thema en motieven
Als je iemand haat, dan kan dat een impact op iemand hebben.
Ten eerste, omdat Mischa eerst heel veel haat gevoelens heeft voor zijn ex Lydie en dus wilt hij haar vermoorden.
Ten tweede, omdat hij zijn haat kon draaien naar een ander persoon, namelijk de vriend van Esther die vermoord wordt Mischa. Nadat Mischa hem heeft vermoord
heeft hij geen haat gevoelens meer.
Ten derde, omdat als Mischa eenmaal de moord gepleegd heeft Esther erg veel rust krijgt, want ze wordt niet meer als een stuk vuil gebruikt want de dader is dood.
Ten vierde, omdat Wybren de vader van Esther ook grote haatgevoelens had voor diegene die de twee briefjes naar hem hadden gestuurd.
Tot slot, omdat Wybren ook heel veel haat had voor de mensen die zijn dochter hadden gezien terwijl zij seks had met Bart en omdat Bart haar ook pijn heeft gedaan terwijl ze seks hadden.
Enkele motieven die zijn gebruikt:
- het toeval (Mischa is bij toeval getuige van de belediging in de bus, bij toeval zijn beide vertellers tegelijkertijd in Sydney waar ze elkaar bovendien bij toeval ontmoeten.)
- vader-dochterrelatie (de band tussen Wybren en Esther was minder goed geworden en de wereldreis brengt hen weer bij elkaar, zeker nadat Esther Mischa ontmoet heeft en hem heeft kunnen bedanken voor de moord)
- seksualiteit (de relatie van "Viskutje" met Bart en de groepsverkrachtingen)
- liefde en haat (de relaties tussen Mischa enerzijds en Lydie en Lynda anderzijds)
- misdaad (de moord op Bart Meeuwse)
- schuldgevoel (Esther voelt zich toch als slachtoffer schuldig aan de ondergane groepsverkrachting)
Structurele Kenmerken
Personages
Mischa: Hoofdpersoon. Een man, ex-vriend van Lydie, vriend
van Lynda, moordenaar van Bart Meeuwse,
hij vindt zichzelf laf;
Wybren: Hoofdpersoon. De vader van Esther, zijn vrouw is overleden, hij
geeft heel veel om zijn dochter, hij houdt van reizen;
Esther: Dochter van Wybren, vriendin van Bart Meeuwse, werd
verkracht en wordt gepest, overleden moeder.
Tijd
Wat de tijd betreft zijn er niet zulke directe aanwijzingen te vinden. Het verhaal speelt zich waarschijnlijk wel af in de laatste jaren van de vorige eeuw of in de beginjaren van deze eeuw, maar er zijn geen concrete gegevens voor data te vinden. Slechts op bladzijde 56 staat als tijdgegeven vermeld dat Esther en Bart wellicht computerspelletjes op zolder hadden gespeeld.
Perspectief
De roman heeft een meervoudig perspectief. Er zijn twee personale vertellers (hij-vertellers). In hoofdstuk 1, 3 en 5 is dat de moordenaar Mischa Koreman, die op weg om te oefenen voor een moord op zijn ex-geliefde Lydie een situatie meemaakt, waarna hij het vuur opent op een scholier, die een meisje in het openbaar kwetst. In hoofdstuk 3 is die moordenaar naar Sydney gevlucht en vraagt hij zich af of hij de moord moet opbiechten aan zijn nieuwe vriendin Lynda met wie hij een huwelijk wil beginnen en kinderen wil krijgen.
In hoofdstuk 5 komt daarop voor de lezer een antwoord.
In de hoofdstukken 2 en 4 is Wybren Fechter aan het woord. Hij is advocaat en de vader van het meisje Esther dat het slachtoffer is geworden van een groepsverkrachting. Hij wil de dader vermoorden. Hij neemt zijn dochter mee op een wereldreis en in Sydney ontmoet Esther Mischa Koreman.
Beide vertellers vertellen in de o.v.t. (achterafvertellers) en hun ervaringen, gevoelens worden van binnenuit beschreven.
Ruimte
De ruimte waarin het verhaal zich in afspeelt wordt duidelijk genoemd. In het oosten van het land (dicht bij de Duitse grens) liggen de twin city's Zuiderloon en IJperloo (fictieve namen). Dichtbij is het Doemsterveen, (symbolische naam) waar de moord op Bart wordt gepleegd.
Hoofdstuk 3, 4 en 5 spelen in de wereldstad Sydney waarheen Mischa is gevlucht en Wybren en zijn dochter als toeristen komen.
Spanning
Het verhaal beigint niet heel spannend, omdat het door een hij-persoon verteld wordt en het het niet midden in een handeling zit. Wanneer Mischa nieuwe schoenen koopt en een muts, denk je dat hij gewoon iets nieuws koopt en dat hij het nodig had. Wanneer Esther in de bus wordt uitgescholden stijgt het spanningsniveau een beetje, omdat het een nare situatie is waar niks aan gedaan wordt. Als Mischa daarna uit de bus stapt en wordt achtervolgd, stijgt het spanningsniveau nog meer, want je hept als lezer het gevoel dat er iets gaat gebeuren. Als Mischa zich omdraait, weet je bijna zeker dat er iets gaat gebeuren. Op dat moment schiet Mischa de jongen dood, de climax. De spanningsboog daalt op dat moment, maar neit helemaal. Mischa heeft net een moord gepleegd met een pistool, hij moet maken dat hij wegkomt. Wanneer je weet dat hij in Australië is, ben je gerust, hij zal niet meer gevonden. De spanningsboog blijft laag tot het eind van het verhaal, alles komt samen.
Intertekstualiteit en symboliek
Wat intertekstualiteit betreft, zijn er andere boeken die over een moord of verkrachting gaan, maar verder heb ik niks kunnen vinden.
Ik heb ook geen symboliek kunnen vinden in het boek.
Recensie
Moordenaar van bordkarton
Tim Krabbé schrijft geen dikke boeken. Ook zijn nieuwe boek Een Goede Dag voor de Ezel is met 199 pagina's eerder een novelle dan een roman....
Edith Koenders 6 januari 2006, 00:00 De Volkskrant
Volgens Krabbé zelf is zijn oeuvre relatief klein door zijn'ploeterende manier van schrijven' en is hij bang dat hij zijn verhaal'niet kan laten vollopen met interessante gedachten.' Hij schrijfttientallen versies van 'iets wat fris moet worden' en wil vooral 'aan deoppervlakte boeiend zijn'.Een Goede Dag voor de Ezel gaat over een geplande moord die nietgepleegd wordt en een gepleegde moord die niet gepland is. Je kunt je ervan alles bij voorstellen: wraakzucht, razernij, gewetensnood, spijt.Krabbé krijgt het verhaal echter niet van de grond en boeit zelfs 'aan deoppervlakte' amper. De hoofdpersonen zijn van bordkarton. Geen moment leefje mee met de moordenaar die zijn wraakgevoelens voor zijn ex bekoelt opeen willekeurige jongen die zich asociaal gedraagt. Hij verkeert niet ingewetensnood, maar wil de moord later wel opbiechten aan zijn nieuwegeliefde.Een beetje meeleven lukt nog met de vader van het meisje Esther datmisbruikt is door haar akelige vriendje (dat vermoord wordt). Haar liefdevoor die boertige ploert is weer volstrekt onnavoelbaar.De koelbloedige killer denkt kort na de moord: 'Hij had een moordgepleegd! Dat ging toch wel ver.' En even later: 'Hij stelde zich een kindvoor dat hem een schrift liet zien waarin het een potloodpoppetje hadgetekend, en hij pakte een vlakgum en vlakte dat poppetje uit. Dàn zou hijzich slecht voelen. Hij had dus nog wel gevoelens.' Een interessantegedachte.Toeval - een aardig thema, en geliefd bij Krabbé - draagt in ditverhaal ook niet bij aan de geloofwaardigheid, omdat er te veel van is.Twee individuen (Esther en de moordenaar) die elkaar één keer eerder - in de bus vlak voor de moord - hebben gezien en elkaar een tijd later opeen terrasje in Sydney in één oogopslag herkennen, het werkt niet. Ookde dialoog die volgt, is hoogst onwaarschijnlijk. Esther: 'Waarom hebt uhet gedaan?' Moordenaar: 'Hij misdroeg zich tegenover jou.' Als iedereenzo dacht, zou de politie het nog druk krijgen.Hoe integer Krabbé ook werkt aan zijn romans, aan de ongeschreven regeldat je de dingen moet laten zien en niet expliciet benoemen, heeft hijkennelijk niet zo'n boodschap. Want voor de lezer die het nog niet snapt,legt hij aan het eind nog eens uit: de moordenaar 'had een goede daadverricht, niet iets waarvoor hij moest worden gestraft'.Hufters, criminelen en ploerten, opgelet; een gewaarschuwd mens teltvoor twee.Edith KoendersTim Krabbé: Een Goede Dag voor de EzelPrometheus; 16,95Prometheus; 16,95
Gebruikte verslagen
http://www.scholieren.com/boekverslag/59056
http://www.scholieren.com/boekverslag/59793
Maak jouw eigen website met JouwWeb